De inrichting van de openbare ruimte moet en kan echt beter, meent stedenbouwkundige Arie Stobbe van Speelplan. In veel gemeenten liggen bijvoorbeeld tientallen speelplekken, voorzien van toestellen die ooit zorgvuldig zijn geplaatst. Toch zijn er veel vooral vaak leeg. Kinderen spelen er nauwelijks, onderhoud wordt steeds duurder en inwoners verwachten wel dat de plek altijd blijft bestaan. Gemeenten voldoen ermee wel aan hun ambities op papier, maar missen de essentie: aantrekkelijke plekken waar mensen écht willen zijn.
Van speeltoestel naar plekken: hoe de openbare ruimte meer betekenis kan krijgen
Stobbe ziet het dagelijks gebeuren. “We richten met z’n allen wel ruimte in door het plaatsen van toestellen, maar we vergeten er plekken van te maken. Plekken waar mensen willen zijn en die goed gebruikt worden.”
Met nieuwe methoden zoals de Verbeterkaart en de Buitenkanskaart werkt Speelplan aan een andere benadering: een openbare ruimte waarin gebruik en verblijf centraal staan, in plaats van een optelsom van voorzieningen. Stobbe ziet in zijn werk drie belangrijke trends die ervoor zorgen dat de huidige aanpak van de openbare ruimte tekortschiet.
1. Spelen als asset
“Spelen is steeds meer een vinkje geworden”, legt hij uit. “Een gemeente moet een bepaald aantal vierkante meters reserveren en daar een aantal toestellen neerzetten bij een x-aantal kinderen in de wijk. Heb je dat gedaan, dan is het doel bereikt. Maar dat zegt niets over of die kinderen (en de rest van buurt) die plek daadwerkelijk gebruiken.”
2. Overschot aan voorzieningen
“In veel gemeenten is een overschot ontstaan aan ingerichte voorzieningen waaraan we steeds meer geld uitgeven om ze te behouden voor de buurt. Men is immers gewend geraakt dat een speelplek een verzameling toestellen met bijbehorende valdempende ondergrond betreft. Dit is echter onhoudbaar vanuit de asset-gedachte van speelvoorzieningen. Het gevolg is dat nu vaak wordt gekozen voor het, vaak onder grote weerstand van de bewoners, weghalen van toestellen en het omvormen naar informele speelruimte. Niet zelden door alleen een boomstam terug te leggen. De praktijk laat zien dat zowel het behouden, als het omvormen op deze wijze weinig verbetering oplevert.”
3. Minder gebruik van de openbare ruimte
Ten slotte constateert Stobbe dat de openbare ruimte minder wordt benut. “Kinderen spelen minder buiten. Dit komt door schermtijd, een druk leven met sport, muziekles en ongetwijfeld goedbedoelde huiswerkklassen ná schooltijd, maar ook doordat veel ouders hun bewegingsvrijheid beperken”, zegt Stobbe.

Verbeterkaart Amsterdam Centrum
De Verbeterkaart: samen werken aan gebruiksruimte
Tegen deze achtergrond ontwikkelde Speelplan de Verbeterkaart: een methodiek en een concreet product dat gemeenten helpt de openbare ruimte opnieuw te bekijken. Het uitgangspunt is simpel: het gaat niet om het aantal toestellen, maar om het daadwerkelijke gebruik.
“De Verbeterkaart is een kaart van de wijk of gemeente”, legt Stobbe uit. We beginnen met de vraag: wat willen we bereiken met de openbare ruimte? Daarna kijken we hoe de ruimte nu wordt gebruikt. We doen observaties, brengen sporen en routes in beeld en lopen met kinderen door hun wijk om te zien hoe zij de openbare ruimte gebruiken. Dat levert veel meer inzichten op dan alleen vragen of ze een schommel of een glijbaan willen.”
Vervolgens brengt Speelplan samen met bewoners, ketenpartners en ambtelijke diensten de kansen in kaart. “Het kan gaan om een gevaarlijke oversteekplaats, een slecht onderhouden route of een plek die juist heel uitnodigend is. Al die kansen koppelen we aan elkaar, ook over domeinen heen. Dus niet alleen groen of spelen, maar ook vooral het sociale domein. De uitkomst is een overzichtelijke kaart met concrete verbetervoorstellen, geprioriteerd en voorzien van contactpersonen en budgetindicaties. Gemeenten kunnen die kaart gebruiken als blauwdruk bij toekomstige ingrepen in de wijk.”
De Buitenkanskaart: input verzamelen van onderop
De Verbeterkaart bouwt voort op de Buitenkanskaart, een online participatietool waarmee bewoners, ambtenaren en professionals eenvoudig online kansen kunnen aangeven op een kaart van hun buurt, wijk of gemeente. “Denk aan: hier voelt een route onveilig, hier skeeler ik graag maar is de ondergrond slecht, of hier zou een bankje fijn zijn”, duidt Stobbe. De kaart toont alle signalen op een heatmap, die later vertaald wordt naar de Verbeterkaart.
“Het mooie is dat de Buitenkanskaart laagdrempelig werkt”, zegt hij. “Iedereen kan meedoen, van bewoners tot wijkprofessionals. Zo verzamel je input die normaal versnipperd blijft. En omdat het visueel is, krijgen mensen meteen gevoel bij wat er leeft in hun buurt.”
Kracht van kleine plekken
Een belangrijk inzicht dat uit de Verbeterkaart voortkomt, is dat de kleinere plekken van waarde zijn. “Waar voorheen werd gedacht: die kleine speelplekken moeten weg, zien we dat ze juist belangrijk zijn”, benadrukt Stobbe. “Vooral voor jongere kinderen die nog niet zelfstandig naar een grote centrale voorziening mogen, maar ook voor buurtbewoners die elkaar juist ontmoeten op het hofje tussen de huizen. Zo’n klein veldje, stoep of zelfs goede partij bespeelbare struiken, kan een enorm belangrijk zijn. Soms is het nodig deze plekken te versterken met toestellen, maar om goede plekken te maken is vooral samenwerking nodig tussen de verschillende ambtelijke domeinen, kinderen en de overige buurtbewoners. De Verbeterkaart helpt om die plekken zichtbaar te maken en er bewust op in te spelen.”

Integrale samenwerking in de praktijk
Om de verbeterkansen te benutten, is domein overstijgende samenwerking essentieel. “Iedereen zegt het, maar zodra het over geld gaat wordt het ingewikkeld”, constateert Stobbe. “Met de Verbeterkaart en Buitenkanskaart proberen we die samenwerking concreet te maken. Je brengt groen, spelen, verkeer, sociaal domein en bewoners rond dezelfde tafel. En dan gaat het ineens niet meer om losse assets, maar om de vraag: hoe maken we samen een fijne plek waar mensen willen zijn?”
Dat klinkt eenvoudig en volgens Stobbe ís het dat eigenlijk ook. “Het is geen ingewikkeld proces. Maar het gebeurt nog veel te weinig. Wij merken dat gemeenten die ermee aan de slag gaan, zien dat het werkt. Het levert niet alleen betere plekken op, maar ook meer draagvlak bij bewoners en meer samenhang tussen domeinen.”
De toekomst van spelen en verblijven
Speelplan werkt inmiddels in meerdere gemeenten met de Verbeterkaart en Buitenkanskaart. De eerste ervaringen zijn positief: bewoners voelen zich serieus genomen, gemeenten krijgen concreet houvast en de openbare ruimte wordt beter benut.
“Het belangrijkste is dat we loskomen van het idee dat een speelplek vol moet staan met toestellen”, besluit Stobbe. “Het gaat om plekken die uitnodigen tot gebruik. Of dat nu een groen veldje, een hofje met een leuke schommel of een multifunctioneel plein is, maakt minder uit. Als mensen er graag verblijven, heb je je doel bereikt.”
Dit artikel is verschenen in Ruimte voor Bewegen magazine #2. Lees deze editie gratis in onze digitale bibliotheek
Bij het thema van dit artikel betrokken organisaties
Meer artikelen met dit thema
Jongerenwerk scoort met sport en bewegen
25 feb om 10:32 uurJongerenwerk gebruikt sport en bewegen als middel om jongeren te bereiken en te ondersteunen in hun…
Haarlem investeert in sport en beweging voor iedereen
18 feb om 08:33 uurDe gemeente Haarlem zet zich in voor het bevorderen van sport, beweging en sociale interactie door de aanleg…
MOVE24, hét event voor de beweegvriendelijke leefomgeving, kondigt tweede editie aan
10 feb om 11:00 uurNoteer donderdag 9 oktober 2025 in je agenda, want dan vindt de tweede editie van MOVE24 plaats: hét event voor…
Den Haag maakt bewegen makkelijker met nieuwe inrichting openbare ruimte
23 jan om 10:53 uurDe openbare ruimte in Den Haag wordt beweegvriendelijker. Nieuwe richtlijnen moeten…
Bewegen in de openbare ruimte krijgt eigen leerlijn
22 jan om 10:23 uurDe openbare ruimte is veel meer dan alleen een plek om te wonen, te werken of te ontspannen. Het is een…
Deel Nederlanders krijgt voldoende beweging, maar beweegt niet regelmatig genoeg
16 jan om 15:22 uurUit onderzoek van het RIVM blijkt dat in 2023 44 procent van de Nederlanders van 18 jaar en ouder voldeed aan…
Jongeren willen meer beweegvriendelijke wijken
16 jan om 10:44 uurIn een manifest roepen 44 jongerenorganisaties het kabinet op om meer ruimte te maken voor sport en bewegen.…
Gemeente Zwolle introduceert subsidieregeling voor schadeherstel op open sportparken
14 jan om 08:47 uurSinds 1 januari 2025 kunnen sportverenigingen in Zwolle gebruikmaken van de subsidieregeling ‘Schade open…
